Circulariteit in het Vlaams Regeerakkoord
Met een circulaire lens maakt MUCE graag een analyse van het Vlaams regeerakkoord, zodat u als ondernemer weet waar u zich de komende jaren op kunt voorbereiden. En die verwachtingen mogen hooggespannen zijn, want Vlaanderen zal onder andere meer inzetten op ecodesign, uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, deeleconomie, een verbod op het vernietigen van prima producten en levensduurverlenging van producten.
De Vlaamse overheid plaatst circulariteit terecht onder de hoofdstukken klimaat en energie, alsook omgeving. Hiermee bevestigt ze het belang van deze strategie om zowel in te zetten op de reductie van broeikasgassen als de bescherming van het leefmilieu. Zoals we blijven herhalen: de circulaire economie is meer dan recyclage.
Een minuut stilte voor
Alvorens te beginnen met wat er wél in staat, houden we een minuut stilte voor wat niet verder is staat. Hiervoor baseren we op de analyse van de verkiezingsprogramma’s die we maakten van de deelnemende partijen: het potentieel van de bio-economie voor de farmaceutische, bouw- en landbouwsector, alsook de focus op de maakindustrie, statiegeld en het vaststellen van minimumeisen voor productnormen.
De uitbreiding van de ‘uitgebreide producentenverantwoordelijkheid’
In onze analyse van de verkiezingsprogramma’s van de partijen gaven we al aan dat de N-VA een verbod wil op de vernietiging van onverkochte, herbruikbare, herstelbare, recycleerbare en recupereerbare goederen, en zo staat het ook in het regeerakkoord. Dit zal effect hebben op heel wat sectoren, met de textiel- en elektronicasector als schoolvoorbeelden.
Anno 2024 worden er namelijk veel producten op de markt gebracht die van zo’n lage kwaliteit zijn of expres kapot gaan, dat ook dit wetgevend initiatief kan worden omzeild. Deze maatregel richt zich op het einde van de keten, maar kan toch een goed signaal zijn daar het bedrijven aanspoort betere producten te ontwerpen die in de kringloop kunnen blijven. Hiervoor kan het inzetten op ecodesign een goede strategie zijn. Een signaal dat wordt versterkt door de invoer van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor textiel en PFAS-houdende producten. Wat deze UPV’s precies zullen inhouden, zal duidelijk worden bij de effectieve opstelling, maar het feit dat het woord ‘ecodesign’ slechts één keer in hetzelfde akkoord wordt genoemd, geeft niet veel ruimte voor hoge verwachtingen.
In het kort: een UPV verplicht producenten om verantwoordelijkheid te nemen voor de producten die ze op de markt brengen, van begin tot einde van de levensduur. Dit resulteert in de terugname van een product, zodat het terug in de kringloop kan worden gebracht. Een UPV wordt ingesteld voor materialen met een bepaalde impact. Omdat de kringloop het beste gesloten kan worden door samen te werken, wat de logistiek ten goede komt, schakelen bedrijven producentenorganisaties in, met Bebat, Fostplus en Recupel als bekende voorbeelden voor batterijen, verpakkingen en elektro. Als het wettelijke kader van begin af aan goed zit, bijvoorbeeld door ook te focussen op ecodesign en terugname met voldoende ambitieuze herstel- en recyclagedoelstellingen, kan dit een game changer zijn om de kringloop te sluiten.
Deze maatregel wordt tot op heden door een deel van het bedrijfsleven niet enthousiast ontvangen, met name door de verpakkingsindustrie, die liever focust op het einde van de keten. Deze industrie wordt in het regeerakkoord specifiek genoemd: de inzamel- en recyclagecijfers van Fostplus zullen beter worden gecontroleerd. Dit is een enorme winst, omdat de sector hun zogenaamd hoge inzamel- en recyclagecijfers vaak gebruikt als argument om geen actie te ondernemen aan het begin van de keten, om zo afval te voorkomen. Denk maar aan de statiegelddiscussie. Volgens de industrie is statiegeld niet nodig omdat Vlaanderen al goed inzamelt, en daarmee houden ze de invoer van statiegeld of andere initiatieven om zwerfvuil en overmatige verpakkingen te verminderen tegen.
De stilte rond statiegeld
Dat de UPV’s er onder leiding van N-VA komen, is toch enigszins verrassend. Want losse eindjes in andere UPV-dossiers zijn nog niet uitgeklaard. Dit merk je aan de stilte rond de statiegelddiscussie, waar in het hele regeerakkoord niets over wordt gezegd, terwijl het een oplossing is die onder de bestaande UPV voor verpakkingen kan worden versterkt om zwerfvuil aan te pakken. De invoering van statiegeld is onder leiding van N-VA zelf gekomen en is in lijn met Europese verpakkingsregelgeving. Wel wordt genoteerd dat de Europese regels rond verpakkingen, verpakkingsafval en zwerfvuil worden gevolgd, en dat er wordt gekozen voor effectieve en haalbare maatregelen voor de burger. Dit zou kunnen wijzen op de keuze voor het bekende statiegeld en niet het digitale. Meer weten over dit onderwerp? Luister dan naar de podcasts die we hierover hebben gemaakt met de VVSG, Testaankoop en Fostplus.
UPV als kans voor innovatie
Dat de UPV niet door alle bedrijven schoorvoetend wordt ontvangen, maar ook als kans wordt gezien om te innoveren, blijkt uit de laatste sector waarvoor een UPV werd ingevoerd in 2021: matrassen. MUCE werkt samen met Auping en zij hebben als eerste een circulaire matrassenfabriek gebouwd in Deventer, en lopen nu zelfs voor op de regelgeving. Geloof je het niet? Bezoek gerust ons paviljoen op de Korenmarkt in Gent, waar Auping kussens tentoonstelt die zijn gemaakt van restmaterialen uit hun fabriek.
De CSRD is niet alleen maar rapporteren
Verder is de UPV ook handig voor bedrijven die onder de CSRD moeten rapporteren, en omgekeerd. Het maakt het namelijk makkelijker voor bedrijven om een strategie uit te werken vanuit een product dat ze op de markt brengen, de impact die dat genereert, maar ook de impact van de stakeholders op hun bedrijfsvoering.
Kritische grondstoffen
Het laatste noemenswaardige punt is dat Vlaanderen in lijn met de Europese Raw Materials Act aan een eigen strategie zal werken voor grondstoffen en afvalpreventie, om de materialenafdruk te verkleinen en grondstoffen veilig te stellen. Hoewel er niets wordt gezegd over de Vlaamse Visie 2030, waarin de reductie van de materialenvoetafdruk door de overheid in cijfers wordt uitgedrukt, namelijk met 30% tegen 2030. Dit zal zich hoe dan ook vertalen naar het bedrijfsleven, vooral naar grootverbruikers van materialen zoals de bouw en petrochemie. De manier waarop is koffiedik kijken. Wat in ieder geval de wenkbrauwen doet fronsen, is dat Vlaanderen terecht het restafval wil verminderen (ook met 30% tegen 2030) en tegelijkertijd wil inzetten op schaalvergroting van verbrandingsinstallaties. Een overcapaciteit aan verbranding zorgt ervoor dat de circulaire economie niet vooruitgaat, omdat eerdere strategieën dan minder interessant worden, waar een ondercapaciteit ook voor stinkende zaken kan zorgen. Met ISVAG als actuele case zal dit nog tot interessante discussies leiden.
Een kritische blik
Hoewel er dus nog veel vraagtekens zijn over de uitwerking en het ambitieniveau van deze voorstellen, blijven we bij MUCE positief. De toon is gezet door het belang van ecodesign, deeleconomie, sociale economie, UPV en slim materiaalgebruik te benadrukken. Geen stress: de overheid belooft u hierin te ondersteunen, zodat er effectief meerwaarde kan worden gecreëerd en de kringloop wordt gesloten. Hoe dat precies zal gebeuren, is nog niet duidelijk. In de tussentijd kunt u bij MUCE terecht om samen te bekijken hoe u kunt inzetten op de circulaire economie en hierover kunt communiceren.